Vamos! is een geheel nieuwe musical comedy die producenten Rick Engelkes Producties en RTL Live Entertainment op dit moment aan het ontwikkelen zijn voor de grotere theaters.
De komische voorstelling draait om drie, voor elkaar onbekende, vrouwen die met een rugzak vol emotionele bagage Nederland plots verlaten om een B&B te gaan runnen in Zuid-Spanje. Vamos! wordt een voorstelling waar veel mensen zich in zullen herkennen. Iedereen kent het gevoel van alles achter je willen laten om ergens ver weg helemaal op nieuw te beginnen. Dat verklaart ook het succes van het tv programma “Ik Vertrek”.
2017 - 2018
De productie zal in het theaterseizoen 2017 - 2018 langs de Nederlandse theaters reizen en gaat in première in het DeLaMar Theater in Amsterdam. Wie de rollen gaan vertolken wordt binnenkort bekendgemaakt.
Rick Engelkes, directeur REP: "Tegenwoordig worden er veel bestaande titels opnieuw uitgebracht, wij gaan juist tegen die stroom in door het maken van nieuw oorspronkelijk werk dat de tijdgeest raakt. Ik geloof in continuïteit en het bouwen van merken, zodat het publiek kan verlangen naar de opvolger. RTL Live Entertainment en ik delen deze visie. Ik kijk daarom uit naar de langdurige samenwerking met RTL, aangezien wij beiden de combinatie van elkaars kracht en expertise zien als een toegevoegde waarde voor de theatermarkt."
Sjoerd van Schooten, directeur RTL Live Entertainment: "Het is voor het eerst dat wij ons als coproducent gaan richten op een theatervoorstelling die langs de Nederlandse theaters gaat reizen. Waar we nu vooral grootschalige event-concepten zoals GABBERS, Let’s Dance en The Christmas Show produceren, stappen we heel bewust in de ontwikkeling van dit spannende project, omdat we een divers palet aan activiteiten willen opbouwen. Het is ontzettend prettig dat we dit samen met het ervaren en professionele productiebedrijf van Rick Engelkes kunnen doen."
Vamos! wordt ontwikkeld door een ervaren creatief team met script- en liedteksten van Allard Blom, muziek van Jeroen Sleyfer, en in een regie van Martin Michel.
