Verhaal
De Nederlandse Freule die zo’n grote mond had dat ze de doodstraf kreeg. Met de dood in de ogen schreef zij in de nacht van 21 november 1799 in Winterswijk haar trieste en definitieve afscheidsbrief. “Zegt een eeuwig vaarwel aan alle mijn bekenden”. Het is de doodskreet van een adellijke vrouw – excentriek, dwars, opstandig en Oranjegezind.
Haar leven was als een verwarde koortsdroom. Een aaneenschakeling van bizarre geweldsuitspattingen, perverse loyaliteit, overspannen familiebanden en ongepaste seks.
Haar vader stond daar bekend als ‘de gevleesde duivel’ en haar moeder had naar verluid zulke driftbuien dat ze de slaapkamerdeuren van haar kinderen te lijf ging met een bijl.
Deze huiselijke situatie probeerde ze te ontvluchten, met de veel oudere huisvriend en haar geliefde, Engelbert Croockeus. Met desastreuze gevolgen.
Scènefoto's
Scenefoto's: Sanne Wevers