Het Amsterdam Museum, DeLaMar en TEC Entertainment gaan een samenwerking aan in het kader van de nieuwe Nederlandse musical Onze Jordaan, die vanaf 16 oktober in het Amsterdamse theater DeLaMar te zien is. Bij deze door Diederik Ebbinge geschreven musical zal een kleine expositie te zien zijn. De tentoonstelling biedt een historisch perspectief op het verhaal dat wordt verteld in Onze Jordaan. Aan de hand van twee exclusieve bruiklenen uit de collectie van het Amsterdam Museum en diverse video’s en foto's kunnen bezoekers van de musical zich in de foyer van DeLaMar verdiepen in de rijke geschiedenis van deze iconische Amsterdamse wijk.
De expositie is voorafgaand aan de voorstelling, tijdens de pauze en na afloop gratis toegankelijk voor bezoekers van de musical Onze Jordaan. De Royal foyer van DeLaMar vormt het decor voor deze bijzondere tentoonstelling.
De expositie bestaat uit drie thema’s:
- Het Snotneusje: Na vijf jaar bezetting stond de Dam in Amsterdam op 7 mei 1945 vol met een feestvierders om de geallieerden te verwelkomen, toen plotseling geweerschoten klonken. Duitse militairen schoten op de aanwezige menigte, die overal wanhopig beschutting probeerden te zoeken. Velen zochten dekking achter draaiorgel het Snotneusje en overleefden daardoor de beschietingen. Het Snotneusje is bewaard gebleven en is een topstuk in de collectie van het Amsterdam Museum. Het verlaat normaal slechts één keer per jaar zijn vaste plek in het museum om te draaien op de Dam, maar zal nu een aantal weken exclusief uitgeleend worden aan DeLaMar. Middels foto en filmmateriaal wordt bij het draaiorgel uitleg gegeven over de tragische beschieting en wordt de recente restauratie van het draaiorgel belicht.
- Naoorlogse ontwikkelingen in de Jordaan: Tijdens en na de WOII was de Jordaan een arme arbeiderswijk, met slechte woningen en voorzieningen, waar hele gezinnen slechts één kamer bewoonden. Veel Jordanezen vertrokken naar de Tuindorpen en later ook naar Almere en Purmerend. De Jordaan werd vanaf toen bevolkt door studenten, artiesten en kunstenaars, opgevolgd door de yuppen. Zij zorgden voor grondige renovatie van de oorspronkelijk panden. Daarmee werd de Jordaan weliswaar behouden, maar veranderde het karakter van de wijk definitief. In de mini-tentoonstelling zal deze ontwikkeling in beeld gebracht worden met fotomateriaal uit onder andere het Stadsarchief.
- De rol van muziek in de Jordaan, specifiek Belcanto: Belcanto is de term voor de zo karakteristieke zangstijl uit de Jordaan, voortgevloeid uit de Italiaanse opera. De vertaling betekent letterlijk “mooi gezongen” en sporen daarvan horen we terug in de liedjes van Tante Leen, Johnny Jordaan en Willy Alberti. Typisch voor de Jordaan zijn de vele zangkoortjes die veelal werden opgericht om aan de hardheid van de dagelijkse realiteit (de oorlog en armoede) wat verlichting te brengen. De melancholie die dit met zich meebracht horen we ook nu nog terug in het zo kenmerkende levenslied. In de kleine expositie bij de musical zal fotomateriaal aangevuld met de originele microfoon van Tante Leen uit de collectie van het Amsterdam Museum te zien zijn.
Hoofdrollen in Onze Jordaan worden gespeeld door Ellen Pieters, Richard Spijkers, Roosmarijn Luyten, Desi van Doeveren, Peter Gijsbertsen en Annick Boer. De cast bestaat verder uit Stefan de Kogel, Steyn de Leeuwe, Walter de Kok, Marieke Goemans, Julia Berendse, Mark Roy Luykx, Mitch Blaauw, Melinda de Vries en Willianne Liemborg. Onze Jordaan is van 16 oktober tot en met 24 november te zien in DeLaMar.