Op zaterdag 20 juli jl. ging in het AFAS Theater in Leusden een weer opnieuw gemaakte productie van Het Pauperparadijs in première van producent Wolter Lommerde. Dit theaterspektakel heeft eerder al diverse zomers in Veenhuizen gespeeld en eenmaal een zomer in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam. Tekst en regie zijn van Tom de Ket, choreografie Lonneke van Leth en compositie en muziek van Lavalu (pseudoniem van Marielle Woltring).
De cast bestaat uit Ruben Brinkman (Johannes van den Bosch), Gusta Geleijnse (verteller), Danny Westerweel (Teunis), Myrthe Burger (Cato), Peter Drost (directeur Schepenaar), Barbara Pouwels (Thea Thoorop), Whitney Sawyer (Aagje), Riccardo Sbrighi (veldwachter/ danser) en Thomas van der Linden (veldwachter/ danser).
Het Pauperparadijs vertelt een van de meest dramatische, verborgen geschiedenissen van Nederland. In de 19e eeuw was de armoede enorm. Tienduizenden weeskinderen en paupers werden op een schip gezet naar Drenthe om daar een heropvoeding te krijgen. Maar wat begon als een idealistisch experiment om de armoede uit te roeien, liep in de praktijk uit op een drama. In Het Pauperparadijs volgen we de Amsterdamse weesjongen Teunis, die plotseling met zijn zusje Aagje gedeporteerd wordt naar de gestichten van Veenhuizen. Hij zoekt een uitweg terug naar huis, maar raakt verliefd op bewakersdochter Cato. Hun verboden liefde en de ongelijke strijd tegen het gezag maken hun het leven onmogelijk. Uiteindelijk proberen ze te vluchten.
Ondanks de mooie muziek, verrassende decors, goede zang en acteerwerk, verlieten we met een zwaar gevoel de theaterzaal. Met alle respect voor de acteurs en het artistiek team, maar dit is toch niet wat je wil bereiken als je een voorstelling op de planken brengt. Goed was het wel, maar het had geen ‘wow-factor’. Tegelijkertijd realiseren we ons ook dat het moeilijk is om met dit verhaal je bezoekers een goed gevoel te geven. Het verhaal gaat nu eenmaal over een groot dramatisch stuk geschiedenis van Nederland, startend in 1826. De tekstschrijver heeft wel geprobeerd er luchtigheid en humor in te brengen, wat ook gelukt is, afgaande op de vele lachende bezoekers tijdens de voorstelling. Een goed voorbeeld hiervan is de scene waarin de vader van Cato om de hand van zijn dochter gevraagd wordt door Teunis.
Echter het tegenovergestelde werd ook ervaren. We bespeurden zelfs irritatie toen het politiek debat plaatsvond, waarbij het heden en verleden elkaar in de figuurlijke haren vlogen. De danser, die opeens op het podium aanwezig is, heeft voor ons geen toegevoegde waarde. We denken dat dit ‘de dood’ moest voorstellen, maar weten het nog steeds niet zeker. Indrukwekkend was de uitvoering van het lied van Teunis, op het moment dat hij denkt Cato kwijt te zijn. Tevens dwingt de tekstbeheersing van de verteller respect af; wat een lappen tekst…
Het decor werd vaak vormgegeven met een projectie op het achterdoek waar regelmatig groepjes van vijf vogels van de een naar de andere kant vlogen, twee enorm grote trappen waar het parlement op plaats nam en een enorm katheder vanwaar van den Bosch zelfs een lied zingt. De decorstukken zagen er niet alleen solide en zwaar uit, maar aan de inspanningen te zien van de mensen, die hiermee moesten draaien en duwen, zag het er mega-zwaar uit.
Ook de pauperband liep zo nu en dan op het toneel. Dit was best goed gedaan en ze maakten ook mooie muziek. Wat dan wel weer heel storend werkt is een man, die daar met de bekkens (cimbalen) heel hysterische bewegingen staat te maken. Niet doen, leidt alleen maar af!
Kortom; Het was veel van alles, maar misschien ook wel teveel. Redelijk wat goede, maar ook zeker minder goede punten. Hierdoor zijn wij matig enthousiast. Uiteindelijk komt deze voorstelling ook beter tot zijn recht op locatie in plaats van in het theater. Het theaterspektakel is te zien in Leusden tot en met 17 augustus.
Door: Léon Berkenbosch
Castfoto's: Musicalweb
Scenefoto's: Ben van Duin