Verhaal
In de jaren zestig zorgde de roman van Jan Wolkers voor een ware storm door burgerlijk Nederland. Nog nooit had een schrijver zo onomwonden over de liefde en de liefdesdaad geschreven als Wolkers in zijn ik-boek over de beeldschone Olga. Tieners mochten het niet lezen, maar lazen het toch stiekem. De mantel der liefde werd van Nederland afgetrokken en de taal werd bloot zoals Olga en haar beeldhouwer in bijna het hele boek.
Een decennium later mocht "Turks Fruit" al op de literatuurlijst van middelbare scholieren. De verfilming werd een voor Nederlandse begrippen ongekende hit en maakte Rutger Hauer, Monique van de Ven, Paul Verhoeven en cameraman Jan de Bont tot sterren. Nog niet zo lang geleden werd Turks Fruit tot beste Nederlandse speelfilm aller tijden uitverkoren. Het boek werd vertaald in het Engels, Zweeds, Duits en nog een tiental andere talen. En nu is er de musical Turks Fruit, gebaseerd op het zo succesvolle boek. Een haast mythologische vertelling over een van de mooiste liefdesgeschiedenissen ooit. Wolkers zelf gaf zijn zegen aan deze bewerking van Turks Fruit.
Zij heeft de kunstenaar opgepikt aan de kant van de weg. Een koude winteravond, hij had geen vervoer naar huis en zij was met de auto van haar vader. Achter het stuur bedreven ze onstuimig de liefde en onmiddellijk waren ze aan elkaar verslingerd. Hij weet haar los te weken van haar ouderlijk huis, van haar vader die de goedheid zelve is, maar vooral van dat serpent van een moeder. Maar het kwaad is al geschied. Olga is geestelijk vergiftigd door dat kreng, en draagt dat gif hun liefdesleven binnen.
In eerste instantie neemt ze er wel genoegen mee zijn muze te zijn, maar al snel voelt ze zich een “hoer in houtskool”. Is het haar moeder die een duivels spel met haar speelt, of is het de ziekte in haar kop? In ieder geval komen er breuklijnen in hun liefde tot de bom barst. Het spel van bedrog en passie begint en kan niet anders eindigen dan in de dood. Een dood die – zoals het de liefde betaamt - de twee weer zal samenbrengen.
Scènefoto's
Scenefoto's: Leo van Velzen